Kinderen zijn vanaf het begin heel verschillend in alle situaties in het leven: sommigen zijn waaghalzen in het water en houden vanaf het begin van springen en duiken en zijn in voor plezier met iedereen. Mogelijk kan het kleine visje al op vierjarige leeftijd zwemmen. Anderen zijn voorzichtiger, hebben moeite met het natte element en houden zich het liefst permanent ergens aan vast. Beide zijn helemaal in orde. Zwemmen moet echter vroeg genoeg worden geleerd, ongeacht het startpunt.
Eén ding is zeker: met geduld en regelmatige oefening zal elk kind leren zwemmen
Kinderen zijn ontdekkingsreizigers, begrijpers en nieuwsgierigheid zit in hun bloed. Vrij spelen, spetteren en ravotten is ook ideaal om aan het water te wennen. En in het zwembad is het net als met al het andere in het leven: zonder plezier is het veel moeilijker om te leren.
Zelfs het eerste contact met water, een paar dagen na de geboorte, is iets heel bijzonders. Als ze baby zijn, als ze geen baby meer zijn, kunnen ze drijfvermogen ervaren en duiken zit op deze leeftijd nog steeds in hun aard. Kleine kinderen kunnen bijvoorbeeld thuis in bad hun eerste ervaring opdoen met ademen door te borrelen. Kort gezegd: kinderen van alle leeftijden doen essentiële zwemervaringen op als ze regelmatig contact hebben met het water.
Watergewenning voor kinderen jonger dan vijf jaar
Angsten ontwikkelen zich snel en meestal in de loop van bepaalde ontwikkelingssprongen. Om te voorkomen dat deze angsten zich überhaupt opbouwen, is het belangrijker om vanaf de leeftijd van twee jaar regelmatig te wennen aan water dan vroege babyzwemlessen. Zoals hierboven beschreven begint dit in de badkuip: hier kunnen ouders hun kleintjes aanmoedigen hun gezicht nat te maken in het water, zoekdieren te zien verschijnen en lucht door hun neus naar buiten te laten borrelen. Ook de ligging van het water is belangrijk. Het kan bijvoorbeeld helpen om even te gaan liggen en een beetje te zweven, soms op je buik en soms op je rug.
De omgang met water brengt een van de grootste gevaren met zich mee en vergeeft daarom geen enkele misstap. Kinderen verdrinken in kniediep water omdat ze verlamd raken en niet meer kunnen bewegen. Seconden zijn hier cruciaal. Kinderen moeten daarom zo vroeg mogelijk minimale ‘zelfreddingsvaardigheden’ verwerven om zichzelf uit gevaarlijke situaties te kunnen bevrijden. Zodra kinderen bijvoorbeeld op hun rug in het water kunnen draaien, kunnen ze blijven drijven.